Toch nog zon !

28 augustus 2017 - Bangkok, Thailand

Maandag. Er is zon. Na een waterige dag eindelijk weer zon. Margaux, een Franse arts, gaat samen met mij op stap. Met een tuk-tuk gaan we naar de Killing Fields in Choueng Ek.

Een drukke ochtendspits laat ons er een uur over doen. Een stukje van 12km. 

Redelijk bezweet en nu al gesloopt betreedt ik de velden. Een Nederlandse audio-toer is erg prettig om hier rondgeleid te worden. 

Mooie, verschrikkelijke en emotionele verhalen worden verteld.  

Met een misselijk gevoel ontsteek ik een wierookstokje bij de stapels schedels die hier gevonden zijn. De ene nog meer toegetakeld dan de ander. 

Redelijk ontdaan vul ik de maag. Na een korte pauze brengt onze chauf ons naar het Tuol Sleng Genocide museum. 

Hier weer een audio-tour. Alsof ik weer in Auschwitz ben. Het gebouw dat ooit een school was werd later een plaats met vele martelkamers. 

Alles aan het gebouw doet je aan een school denken. Als je het gebouw ingaat verandert dit snel. 

De schommel bijvoorbeeld die later als galg functioneerde en de lokalen die later als cellen dienden. Het prikkeldraad rondom de gebouwen die deze hel een hel maakte. 

De foto's zijn verschrikkelijk en de verhalen van overlevenden maken het erg intens. Als ik na een uur redelijk depressief en boos een overlevenden ontmoet huil ik van binnen. Hij verkoopt zijn verhaal in de vorm van een boek. Eerder zag ik foto's van hem en nu 'oog in oog' met deze man. 

Ik koop z'n boek om later het verhaal nogmaals te lezen. Met kippenvel ga ik met de man op de foto. Een klein regenbuitje eindigt het bezoek. Dit past er even helemaal bij.  

We zijn allebei een beetje verslagen na deze heftig trip. 

Ik ga de emoties weg lopen. Via het koninklijke paleis langs de boulevard. 

Bij het koninklijke paleis aanschouw ik al het goud. Buiten het paleis richting de rivier zijn ontelbaar veel duiven en mensen aan het genieten. Nog steeds zonnig, wauw! Prachtige straatbeelden trakteren de ogen. Dit had ik nodig. 

Dinsdag ga ik bussen. Erg vroeg moet ik m'n nestje uit. 

Op het busstation van Phnom Penh drink ik nog een ijskoffie en vervolgens stap ik in. 

Het is een erg oude bus die al meerdere malen opgeknapt is. Er staan veel verschillende soorten stoelen. Na een soort stoelendans van stoelen die niet lekker zitten geef ik op. Ik plof neer en hoop dat de reis verder goed zal verlopen. 

Na een kleine 20 minuten begint de stadse uitstraling te veranderen. Eindelijk kan ik staren naar de natuur. 

De geplande zeven uur zijn er vijf geworden. Dat is even een mazzeltje. 

In Siem Reap wandel ik een de bloedhitte een kleinere ronde dan ik gedacht had. 

Ik rust m'n voeten in de pubstreet van Siem Reap. Letterlijk en figuurlijk want een voetmassage doet ze lekker ontspannen. 

In de avond kan m'n geluk niet op. Na een gezellig pool-party gaat het boven in de rooftopbar ook lekker. Er is namelijk twee uur lang gratis bier. 

Samen met twee andere Nederlandse gasten weet ik Nederland goed te vertegenwoordigen tijdens het bierpongtoernooi. 

Met een tuk-tuk ga ik naar Angkor Wat. 

De oude tempel is fantastisch. Een vlotbrug brengt mij naar de ingang van de oude beroemde tempel. 

Als ik een klein stukje wandel en geniet van de zon en met groen bedekte delen van de tempel denk ik wauw! 

Helaas is die zon na een kleine 5 minuten m'n grootste vijand, m'n god wat een warmte. Door die hitte kan je je zo lekker ergeren aan van alles. M'n schoen zat niet lekker en die duizend Aziaten met een paraplu en een selfiestick droegen ook niet echt bij aan m'n humeur. 

Gelukkig deed de tempel m'n humeur omslaan. Want na de wandel kwam ik aan bij de tempel. Schattig monniken in het oranje gekleed zegende de vele toeristen. Niet uit liefde maar wel voor geld. Geloof. 

Ik bedank het beklimmen van de hoogste torens. De rij is te lang en de wachtenden te irritant. Van die te dikke Amerikanen en die te zenuwachtige Aziaten. Nee, ik blijf wel genieten vanaf beneden. 

Via de tuin van de Tempel loop ik terug naar de tuk-tuk. De ruïnes zijn met versierd mos. Sommigen al bijna helemaal één met de natuur. Moeder Aarde wint altijd. 

Met de tuk ga ik weer een stukje. Dit keer naar een iets meer vervallen tempel. Deze ligt binnen een soort stadsmuur. De scheiding tussen de tempel en de stadsmuur is een dik bos. Langs de weg zitten er bedelende aapjes en lopen olifanten met op de rug wat toeristen. 

Deze schattige toren heeft qua steen een iets lichtere kleur. Dit omdat deze door de ligging minder last heeft van mosgroei. 

Hierna duik ik meer het bos in. De grote bomen groeien tot één met deze tempel. Ook bij de bomen zijn offers en bidplaatsen. 

In de middag wandel ik verder en schiet ik nog wat foto's.

Bij terugkomst in Siem Reap sluit ik vrijwel direct aan op een tour. 

Met een groep van 20 man o.a. een van de Nederlanders van de avond ervoor gaan we varen. 

Party op een bootje. Een vrij impulsieve actie want ik wilde eerst het weertje afwachten. Het is nog zonnig. Dus waarom niet? 

Een colonne van tuks brengt ons naar de rivier. We tillen onze drank en brengen deze naar de boot. Twee grote boxen gaan mee. Klaar om te varen over de wateren van Siem Reap. Deze bruine modderige wateren staan erg goed bij de waterboerderijen. 

Na twee biertjes varen is het tijd voor een snackje. We bezoeken een krokodillenhouderij. 

Deze beesten leefden vroeger hier nog in deze wateren. Nu zijn ze gevlucht uit dit deel voor de mens. 

Een stukje gebakken krokodil als snack en we gaan weer door. 

Als we een zijtak van de rivier ingeruild hebben voor het grote bijna zee-achtige deel van hier laten we de ankers zakken en is het party. 

Natuurlijk nemen wij Nederlanders (Bart en ik) de muziekverzorging graag op ons. En zo wordt er gedanst op een paar gouden oude partyrammers en wat fouten hits van Q-music. 

Donderdagochtend moet ik echt even bijkomen. Er is een reden dat ik de avond verder niet heb opgeschreven. Ik weet gewoon niet meer alles. Oeps. 

Maar de donderdagochtend weet ik maar al te goed. Ik heb vier koude koffie en twee uur zwembad nodig om weer te aarden. 

Mijn mini Cambodja ervaring is goed geweest. Ik heb geen kracht meer om nog meer tempels te bezoeken  en heel veel tijd om door te trekken naar een jungle ofzo heb ik niet meer. 

Dus ik boek een vlucht naar Bangkok. 

In Bangkok doe ik niet veel anders dan slapen. Na ja, eerst ga ik even naar de kroeg waar ik al snel met een groep Australiërs shotjes deel. 

De volgende morgen ga ik naar Pattaya. Dit is echt een verschrikkelijk plaats maar het is de dichtstbijzijnde en gemakkelijkste badplaats. 

In een soort van Benidorm voor de Russen lig ik dan. Maar wel op het strand. 

Dit is perfect om deze zaterdag ontspannen te doorstaan. 

Vrij vroeg ga ik met een boot naar Koh Larn. Vandaag wil ik gewoon even rust en even alleen. Dit lukt aardig. 

Als ik aanmeer en de hemel mooi blauw is gekleurd zet ik trots m'n zonnebril op. Genieten. 

Met een scooter ga ik van strand naar strand. 

Dit zijn de stranden die je graag zou willen hebben. Stranden zijn hier wit als sneeuw met een prachtige blauwe zee. En, in tegenstelling tot Pattaya, ook nog erg schoon. 

Dit is de afsluiter ik zocht. Voldaan sluit ik de zaterdag de zesentwintigste af. 

Op zondag retour ik weer naar Bangkok. De laatste twee nachtjes verblijf ik hier. 

In Bangkok ga ik na de lunch voor een ontspannen dag ik het park. De 7-eleven is m'n koelbox. 

In de avond dwaal ik nog even over de Khoasan Road. Ongelooflijk hoe deze straat dag in dag uit maar blijft bruisen. 

De reis is weer voorbij... Op naar nieuwe avonturen. 

1 Reactie

  1. Sytske:
    28 augustus 2017
    Wat een indrukwekkend verhaal.
    Dank je dat ik ook deze keer weer mee mocht genieten van je reis.